• In ondernemingen met minstens 20 werknemers: 5 individuele opleidingsdagen per voltijds equivalent per jaar;
  • In ondernemingen met meer dan 10 en minder dan 20 werknemers: gemiddeld 1 individuele opleidingsdag per voltijds equivalent per jaar;
  • In ondernemingen met minder dan 10 werknemers: geen individueel opleidingsrecht.

In bedrijven met minstens 20 werknemers wordt het saldo van elke bediende op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar. Op het einde van elke 5 jaar moet aan elke bediende minstens gemiddeld het aantal individuele opleidingsdagen aangeboden worden. Op het einde van elke periode van 5 jaar wordt het saldo van elke bediende op 0 gezet.

Om dit individueel opleidingsrecht op te volgen, dient de werkgever met 20 werknemers of meer verplicht een jaarlijks opleidingsplan op te maken tegen 31 maart 2025. Aangezien deze deadline dichterbij komt, willen we jou hieraan opnieuw herinneren.

Werkgevers met minder dan 20 werknemers hoeven niets te ondernemen.

Telling aantal werknemers

De berekening van het aantal werknemers dient te gebeuren op basis van de gemiddelde tewerkstelling in voltijdse equivalenten tijdens de referteperiode voorafgaand aan de 2 jaarlijkse periode (2024-2025) en die dus loopt van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023. Dit aantal werknemers wordt berekend op het niveau van de juridische entiteit.

Concreet

In het opleidingsplan dien je te vermelden welke opleidingen voor welke functies en/of doelgroepen aangeboden worden door de onderneming. Hiervoor mag rekening gehouden worden met formele opleidingen (bv. door externe instanties georganiseerd) of informele opleidingen (bv. opleiding of coaching op de werkvloer). Het plan moet ook opleidingen voorzien om het tekort aan kandidaten voor de knelpuntberoepen in de sector waartoe de werkgever behoort, aan te pakken. Verder dient er ook rekening gehouden te worden me genderdimensie.

Een algemeen model kan je hier terugvinden. Daarnaast kunnen de sectoren via een cao de minimale voorwaarden vaststellen waaraan het opleidingsplan moeten voldoen. Onder andere volgende sectoren stellen alvast hun model ter beschikking:

  • Voor PC 200
  • Voor de transportsector (140.03)
  • Voor de bouwsector (PC124)
  • Voor de voedingsindustrie

Procedure

Je dient dit opleidingsplan minstens 15 dagen vóór de vergadering aan de ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging te bezorgen indien dit van toepassing is voor jouw onderneming. Zij moeten hierover hun advies geven tegen uiterlijk 15 maart. De inhoud van het plan moet definitief vastgesteld worden tegen 31 maart 2025.

Heb je geen ondernemingsraad of syndicale afvaardiging dan moet je het plan tegen uiterlijk 15 maart voorleggen aan de werknemers. De inhoud van het plan moet definitief vastgesteld worden tegen 31 maart 2025.

Het opleidingsplan moet in de onderneming worden bewaard.

Ten slotte moet je als werkgever tegen ten laatste 30 april 2025 op elektronische wijze een afschrift van het opleidingsplan overmaken aan de Directeur-generaal van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Indien het opleidingsplan persoonlijke gegevens van de werknemers bevat, moet je deze eerst anonimiseren, vooraleer een kopie van het opleidingsplan over te maken. De opleidingsplannen moeten elektronisch worden ingediend via de toepassing transfer.werk.belgie.be. Voor de opleidingsplannen van de jaren 2023 en 2024 geldt er een afwijkende regeling, waarbij deze opleidingsplannen uiterlijk tegen 1 maart 2025 naar de FOD WASO doorgestuurd moeten zijn

Sectorale regels inzake opleidingsrechten

Opgelet! Sectoraal kunnen ook nog bijkomende of afwijkende regels voorzien zijn omtrent het recht op opleidingsdagen. Zo is bv. in PC 200 het volgende voorzien:

  • in bedrijven met minder dan 10 werknemers is sectoraal voorzien dat elke 2 jaar minstens 4 collectieve opleidingsdagen per VTE moeten worden aangeboden waarvan gemiddeld 1 individuele opleidingsdag per jaar per VTE.  De wet inzake de individuele opleidingsplicht is niet van toepassing op ondernemingen met minder dan 10 werknemers, zij hebben dus in principe geen vormingsplicht. De werkgever met minder dan 10 werknemers kan dus ook weigeren deze sectorale cao op bedrijfsniveau toe te passen.
  • In bedrijven met minstens 10 maar minder dan 20 werknemers is voorzien dat in de periode 2024-2028 elke 2 jaar een gemiddelde van 4,5 collectieve opleidingsdagen per VTE moet worden aangeboden waarvan gemiddeld 1 individuele opleidingsdag per jaar per VTE.
  • In bedrijven met minstens 20 werknemers moeten er 3 individuele opleidingsdagen toegekend worden per jaar per VTE.

Dit zal via een groeitraject geleidelijk gelijkgeschakeld worden de komende jaren met het algemeen opleidingsrecht.

Tot voor 2024 diende in de sector PC 200 ook een sectoraal opleidingsplan ingediend te worden om o.a. een opleidingspremie te kunnen genieten van CEVORA. Deze verplichting is weggevallen sinds 2024. Lees meer op de website van CEVORA over voor welke opleiding je een premie kan genieten en hoe je deze moet aanvragen: opleidingspremies voor werkgevers.

Wens je meer informatie over jouw sectorale regels, neem dan contact op met de juridische dienst van Sodalis.

Federal Learning Account

Een laatste belangrijk punt inzake de opleidingsverplichtingen van werkgevers is de Federal Learning account. Dit werd reeds meermaals uitgesteld tot 1 april 2025. In het Federaal regeerakkoord werd ondertussen ook opgenomen dat dit geschrapt zal worden en vervolgens een minder administratief belastend systeem wordt onderzocht. Deze beslissing werd echter nog niet omgezet in wetgeving, maar we raden alvast aan om voorlopig in afwachting van een alternatief systeem de opleidingen intern bij te houden en niet langer toe te voegen aan de FLA.

Heb je nog vragen? Wens je meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst van Sodalis!  

We hebben uw goedkeuring nodig Wij houden van cookies. Deze cookies zijn nodig om uw ervaring nog persoonlijker te maken. Ze slaan geen persoonsgegevens op. Vindt u dit Ok?