Dat de financiële gevolgen van de vernietiging van de franchiseovereenkomst voor u als franchisegever ver gaan, heeft het Hof van Cassatie met haar arrest van 2 juni 2023 met klem bevestigd.
De voorgaanden
Een franchisenemer werd aangesproken door zijn voormalige franchisegever voor openstaande schulden. Teneinde zich hiertegen te weren, vorderde de franchisenemer voor de rechter de zogeheten nietigverklaring van de franchiseovereenkomst wegens niet-naleving van de wettelijk verplichte bedenktermijn van één maand door de franchisegever.Het Hof van beroep te Antwerpen gaf de franchisenemer gelijk en verklaarde de franchiseovereenkomst, en elke andere overeenkomst die de franchisegever en de franchisenemer hadden afgesloten in het kader daarvan (zoals de handelshuurovereenkomst voor het winkelpand) nietig.
Ten gevolge van deze nietigheid werd de franchisegever gehouden tot terugbetaling (restitutie in het juridische jargon) van al wat hij in het kader van de nietige overeenkomsten had ontvangen van de franchisenemer, waaronder onder andere de ontvangen toetredingsvergoedingen en huurgelden.
De financiële gevolgen van de nietigverklaring bleven daar echter niet toe beperkt. Het Hof oordeelde dat de franchisegever eveneens gehouden was tot betaling van een bijkomende schadevergoeding aan de franchisenemer voor de kosten en uitgaven die de franchisenemer ten aanzien van derden had gemaakt, zoals de door hem betaalde onroerende voorheffing, investeringen en elektriciteitskosten.
In een poging om aan deze verregaande financiële gevolgen van de vernietiging van de franchiseovereenkomst te ontkomen, tekende de franchisegever cassatieberoep aan tegen deze beslissing.
Het oordeel van het Hof van Cassatie
De franchisegever heeft uiteindelijk toch de bittere pil moeten slikken.Het Hof van Cassatie bevestigde namelijk dat de gevolgen van de nietigverklaring van de franchiseovereenkomst voor de franchisegever verder gaan dan louter de terugbetaling van wat hij in het kader van de overeenkomst van de franchisenemer heeft ontvangen. De franchisegever is bovenop de restitutieverplichting wel degelijk gehouden tot het betalen van een bijkomende schadevergoeding aan de franchisenemer.
In de praktijk kan een franchisenemer dus niet enkel de betaalde toetredingsvergoedingen of royalties terugvorderen, maar ook een bijkomende schadevergoeding eisen voor (bijvoorbeeld) de kosten aan leveranciers en nutsbedrijven, de investeringen in de winkelruimte, de aanwervingskosten en betaalde salarissen van personeel, interesten van business leningen, enzoverder.
Besluit
Dit arrest van het Hof van Cassatie onderstreept nogmaals het cruciaal belang voor u als franchisegever om uiterst zorgvuldig te handelen in de precontractuele fase. Het niet-naleven van één van de wettelijk bepaalde precontractuele informatieverplichtingen kan u immers zeer zuur opbreken.Het is dan ook aangewezen om u als franchisegever tijdens de precontractuele fase te laten adviseren, zodat al uw precontractuele informatieverplichtingen correct worden nageleefd.
Charles Claeys en Nele Scheerlinck
Advocaten Monard Law
Nieuws
Ja lap, te laat met de keuring! Wat nu?
Lees meer
Vastgoed met een slechte EPC-waarde kopen: een goed idee?
Lees meer